Net als altijd is er weer van alles te doen in het Academiegebouw. Wanneer ik er ook kom, er komen altijd mensen binnen of gaan weg, er wordt altijd wel een receptie voorbereid óf opgeruimd en er is altijd een feestelijke sfeer. Hier neem je je felbegeerde bul in ontvangst, hier komt een einde aan jarenlang ‘promotiegeploeter’. Maar in de Eijkmankamer merk je weinig van dit al. Er heerst een serene rust.
In de geschilderde lambrisering komen de kleuren van de kozijnen én de gordijnen terug: donkerbruin en mosgroen. De kleuren én de hoogte van de ruimte maken deze kamer statig. Op deze plek worden de coryfeeën van de UU geëerd. Maar dat niet alleen. In deze kamer wordt ook gewerkt, getuige de lange moderne vergadertafel met wel achttien stoelen eromheen op de blank geschuurde vloer.
Bas Nugteren, verantwoordelijk voor het beheer van het Academiegebouw, weet nog goed hoe het er allemaal is gekomen. “Er is best discussie geweest over wie hier nou moesten hangen. Wie zijn onze coryfeeën? We hebben aan alle faculteiten gevraagd wie hier een plaatsje zou verdienen.”
Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een rijtje van acht fotoportretten van Nobelprijswinnaars die verbonden waren of zijn aan de UU óf hier wetenschappelijk gevormd zijn. Helemaal links hangt Jacobus van 't Hoff, die een Nobelprijs kreeg in 1901. Helemaal rechts hangen Martinus Veltman en Gerardus 't Hooft, die een Nobelprijs deelden in 1999. Er hangt één man tussen die geen Nobelprijs kreeg, omdat hij nét voor de uitreiking plotseling overleed: Rudolf Magnus.
Er hangen nog meer fotoportretten, ook in een rijtje, rechts boven de Nobelprijswinnaars. Dit zijn foto's van wetenschappers die verbonden waren aan de UU en minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn geworden. Onder hen Ronald Plasterk.
Tegen de achterwand hangt een aantal geschilderde portretten van bekende Utrechtse wetenschappers. Prominent in het midden David de Wied, onder andere oud-president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). Veltman en 't Hooft zijn ook nog vereeuwigd in twee schilderijen die aan weerszijden van de deur hangen.
Christiaan Eijkman, naar wie de kamer is vernoemd, was hoogleraar Gezondheidsleer, Geneeskundige Politie en Gerechtelijke Geneeskunde van 1898 tot 1928. Hij won samen met Sir Frederick Hopkins in 1929 de Nobelprijs voor de Geneeskunde, omdat hun onderzoek heeft geleid tot de ontdekking van vitamines. Vanwege zijn slechte gezondheid kon Eijkman niet meer naar Zweden om de prijs persoonlijk in ontvangst te nemen. Een jaar later overleed hij. Zijn portret hangt ook in het eerstgenoemde rijtje foto's. Daarnaast is er een plaquette van hem.
Bas: “De bijdrage van het K.F. Hein Fonds is gebruikt om de Eijkmankamer vorm te geven en in te richten. Dit is een plek waar de UU laat zien trots te zijn op Utrechtse wetenschappers. Zij die een Nobelprijs wonnen of minister zijn geworden zijn het symbool voor alle anderen.”