Het Utrechtse draakje

2009 | Project: Ontdekkingsreis bijzondere collecties Universiteitsbibliotheek

Als ik arriveer wordt er al hard gestudeerd op de begane grond van de universiteitsbibliotheek (UBU) in De Uithof. Vroeger ging ik ook vaak in De Uithof zitten studeren. Teveel afleiding thuis. Het prachtige gebouw van Arets was er toen nog niet. Later ben ik er maar één keer binnen geweest, dus het is leuk om daar weer eens te zijn. Ook nu vraag ik me af hoe je dit gebouw in hemelsnaam moet schoonmaken...... Gelukkig komt Marco van Egmond mij snel ophalen.

Ik heb een gesprek met Dorinne Raaimakers, sectormanager publieksdiensten, en met Marco, conservator kaarten, atlassen en gedrukte werken bij de afdeling Bijzondere Collecties. We praten over het boek ‘Bijzonder Onderzoek, een ontdekkingsreis door de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht’. Het K.F. Hein Fonds heeft hier in 2009 aan bijgedragen. Het wordt al snel duidelijk: Dorinne en Marco zijn apetrots op dit boek en willen er graag nog eens over vertellen.

Aanleiding voor het boek was het 425-jarig bestaan van de universiteitsbibliotheek. Hoe kan dat nou? De universiteit bestond toch onlangs 375 jaar? Dorinne legt het uit: “De UBU is 52 jaar ouder dan de universiteit. Na de reformatie is de stadsbibliotheek ontstaan. Het bezit van de kloosters was geconfisqueerd. De stadsbibliotheek is vervolgens opgegaan in de universiteitsbibliotheek.”

De UBU heeft een belangwekkende collectie oude handschriften, gedrukte werken en kaarten die onder andere afkomstig zijn uit de kloosterbibliotheken van de kartuizers en de Regulieren in Utrecht. Marco: “Het 425-jarig bestaan was een mooie gelegenheid om deze verzameling eens uitgebreid te belichten. De voorbeelden van andere universiteitsbibliotheken waren inspirerend. De uitgave van Leiden vonden we nogal wetenschappelijk van karakter. De uitgave van Amsterdam had veel beeldmateriaal. Utrecht wilde een combinatie van beiden: wél inhoud, maar ook aansprekende afbeeldingen en een écht aantrekkelijke vormgeving. Het moest een toegankelijke kennismaking met de Bijzondere Collecties worden, door deze op vernieuwende wijze te belichten.”

“Het 425-jarig bestaan was een mooie gelegenheid om deze verzameling eens uitgebreid te belichten. De voorbeelden van andere universiteitsbibliotheken waren inspirerend.”

De UBU bezit zo'n 1,5 miljoen documenten. Belangrijkste taak van de bibliotheek is het duurzaam ontsluiten van wetenschappelijke informatie die vervolgens gebruikt wordt in onderzoek en onderwijs. De UBU wil graag laten zien wat er in huis is en welke mogelijkheden de collectie biedt. Daarom is ervoor gekozen een dwarsdoorsnede van aanwezige documenten te laten zien en niet zozeer alleen de topstukken.

In het boek zijn circa 50 documenten opgenomen die een indruk moeten geven van de schoonheid en variatie van de collectie, één van de grootste van het land. Het boek is ingedeeld in vier kernthema's: ‘Utrecht in de Wereld’, ‘Op zoek naar God’, ‘Hemel en Aarde’ en ‘Lichaam en Geest’. Hier is wel even over nagedacht. De thema's vormen een nieuwe rangschikking om het oude materiaal op eigentijdse wijze te presenteren.

Dorinne vertelt dat in totaal veertig auteurs zijn benaderd om een bijdrage te schrijven op hun eigen vakgebied. “Zij zijn allemaal verbonden aan de UU. 38 van hen hebben hun medewerking toegezegd, stuk voor stuk zeer enthousiast en bereid om belangeloos aan de uitgave bij te dragen. Twee keer twee auteurs werkten samen, waardoor uiteindelijk 36 artikelen zijn ontstaan. De redactie werd gevormd door Marco, zijn collega Bart Jaski en ex-collega Hans Mulder.”

Als ik in het mooie boek blader zie ik een artikel dat ‘Het Utrechtse draakje’ heet. Het intrigeert me. Het gaat over middeleeuwse handschriften waarin penwerkinitialen werden toegevoegd om de lezer te helpen zijn weg te vinden in de doorgaans dicht op elkaar geschreven regels in lange lappen doorlopende teksten. Deze initialen waren vaak versierd. Kwam je dan in het oog van een initiaal een met de pen getekend draakje tegen, dan moest het document wel in Utrecht geschreven en met penwerk versierd zijn.

In het boek komen vorm en inhoud samen. Dorinne en Marco: “Het is een mooi relatiegeschenk, een promotie voor het werk van de UBU en een bekroning van het 425- jarig jubileum.”

“Zij zijn allemaal verbonden aan de UU. 38 van hen hebben hun medewerking toegezegd, stuk voor stuk zeer enthousiast en bereid om belangeloos aan de uitgave bij te dragen.”

De oplage was tweeduizend exemplaren, gangbaar bij dit soort uitgaven. Het College van Bestuur nam er vijfhonderd af. Veel hoogleraren zullen blij verrast zijn geweest toen zij een exemplaar in hun kerstpakket aantroffen. De uitgever verkocht er ook vijfhonderd, de overige exemplaren zijn door de bibliotheek zelf verkocht en verspreid. Er is ook een internetuitgave gemaakt. Deze was al vrij snel verzekerd. Voor de gedrukte uitgave moesten eerst nog fondsen geworven worden. Dat was nog spannend, want er was een scherpe deadline. De voorraad is inmiddels bijna op, een succesvol project dus.

Na het gesprek leidt Marco mij nog kort rond op de afdeling Bijzondere Collecties. Kruipdoor sluipdoor gaan wij zelfs even in de kluis kijken, waar ik onder andere een prachtig werk van Maria Sibylla Merian mag bewonderen. Wat een voorrecht om je elke dag omringd te weten door zulke bijzondere objecten!