Het thema van dit jaarbericht is samenwerking. In geen enkel project dat wij dit jaar belichten is zo expliciet samengewerkt als in ‘Decafonie 2006’. Tienstemmigheid, maar dan op een hele bijzondere manier. Tien studentenorkesten en -koren stonden gezamenlijk op het podium. Een ongebruikelijke en vooral heel grote bezetting waar een aparte compositie voor geschreven werd. Het is een mooi en verrassend stuk. Ik denk dat ik, als ik het vaker beluister, elke keer weer nieuwe dingen zal horen. Remko Littooij, in 2006 medeverantwoordelijk voor dit ambitieuze project, praat er bevlogen over.
Remko maakte deel uit van het bestuur van het Utrechts Studenten Koor en Orkest (USKO) in 2004-2005. Hij zong ook in het koor en musiceerde mee als fagottist. Het USKO werkte toen al een tijd samen met negen andere studentenorkesten en -koren in het Koördinerend Orgaan Studenten Muziekgezelschappen Utrecht (KOSMU). Remko werd er in 2005 voorzitter. Toen hij aantrad was het idee van Decafonie 2006 al geboren.
Remko: “De gezelschappen wilden graag een keer iets samen doen. Iedereen vond het een goed idee, ook Parnassos en het lustrumbureau dat was ingesteld om 370 jaar UU te vieren. Er is een commissie samengesteld om een en ander te organiseren. De voorbereidingen begonnen eigenlijk pas in oktober 2005, terwijl de uitvoeringen moesten plaatsvinden in mei 2006. Dat was best krap.”
Er moest in elk geval één compositie voor alle gezelschappen samen worden uitgevoerd. Voor een zó grote bezetting, vierhonderd mensen, kon niet zomaar een bestaande compositie van de plank worden gepakt. Er was gelukkig een Utrechtse componist die wel zo'n stuk zou kunnen schrijven. Het was de van oorsprong Argentijnse Carlos Micháns die al lang in Utrecht woonde. Remko: “Het is moeilijk om voor zoveel mensen een compositie te schrijven. Voor de violen is het simpel, of het er nou vijftien of dertig zijn maakt niet uit. Ze spelen allemaal hetzelfde. Voor de blazers is het lastiger. Die hebben in principe allemaal een eigen partij. We wilden ze dus allemaal iets anders laten spelen. Er zijn wel bepaalde instrumenten uit gelaten, bijvoorbeeld de saxofoon. Het is heel anders dan schrijven voor een standaardsymfonieorkest, maar het was een unieke kans, je hebt nooit zo'n grote bezetting.” Remko omschrijft de door Micháns geschreven compositie als toegankelijk en harmonisch, met onder andere invloed vanuit de minimal music.
Het resultaat was een Utrechtse symfonie met de titel Sinfonia Trajectina. In het begeleidende boekje zijn de drie delen getypeerd: het eerste deel beschrijft de prachtige stad Utrecht; in het tweede deel wordt de universiteit in het zonnetje gezet en in het derde deel zit een credo voor ons allemaal: ‘het woord, de deugd en de waarheid zijn de steunpilaren van onze levens’. Het stuk duurt ongeveer twintig minuten.
Remko: “Maar wij wilden meer. Los van het gezamenlijke optreden wilden we ook de rijkheid van de afzonderlijke orkesten laten zien. Daarom hebben we in wisselende samenstelling drie andere stukken uitgevoerd. In het kader van 370 jaar UU wilden we vier eeuwen belichten: Händel uit de 18e eeuw, Brahms uit de 19e eeuw, Adams uit de 20e eeuw en Micháns uit deze eeuw. Er was veel ambitie, maar ook weinig geld. Een opdracht voor een compositie is duur, locaties zijn duur. We moesten solisten inhuren, een vleugel, synthesizers. De bijdrage van het K.F. Hein Fonds was dus zeer welkom.”
Ik vraag mij hardop af wie dit allemaal geregisseerd heeft. Remko: “De regie voor de concertsessie is gedaan door een commissie die we hadden samengesteld. Het was hard werken, maar zeer de moeite waard.” Qua bezoekers was het een groot succes: circa tweeduizend mensen verspreid over drie avonden. Financieel gezien is het project ook goed gelukt. Op de totale begroting van 82.500,- euro was er een overschrijding van een paar duizend euro.
In 2006 bestond het KOSMU 44 jaar. Volgens Remko was het lange tijd een slapend geheel. “De bijdragen voor orkesten en koren vanuit de UU werden gebundeld en door het KOSMU zo herverdeeld dat ook de kleine gezelschappen zich een dirigent konden permitteren. Dat is zo'n beetje wat KOSMU deed. Door Decafonie 2006 heeft het KOSMU weer een ‘boost’ gekregen. Waar eerst iedereen zijn eigen ding deed, kwamen er ineens gezamenlijke ambities, wilde men meer met elkaar gaan samenwerken. Na het laatste concert was er een groot feest in Trianon, dat was geweldig.”
Alle gezelschappen bestaan nog. Het wordt wel steeds moeilijker om de vanuit de UU gestelde norm te halen: tachtig procent van de leden moet bestaan uit studenten. Mensen studeren korter en er is weinig nieuwe instroom. De doorlooptijd is dus veel korter geworden. Om die reden is Zoroaster nu geen KOSMU-orkest meer. Inmiddels bestaat KOSMU vijftig jaar. Dat is gevierd met een groot gala voor alle gezelschappen samen. Iets wat vóór 2006 niet denkbaar was geweest.