Midden tussen de hoge gebouwen van De Uithof en vele drukke wegen liggen de Botanische Tuinen van de UU. Als ik in De Uithof zou werken zou ik proberen elke dag hier mijn boterham op te eten. Het verkeer in de omgeving is er altijd te horen, maar juist daarom vormen de Tuinen een oase van rust en groen. Bij een kopje koffie in de door vrijwilligers gerunde winkel vertelt Nick Meijdam over de Tuinen én de informatieborden.
Nick is stafmedewerker Educatie en Presentatie. Hiervóór werkte hij bij Het Utrechts Landschap waar hij ongeveer hetzelfde deed. Dat was erg leuk, maar het werk in de Tuinen spreekt hem méér aan, omdat het meer wetenschappelijk is. Bij Het Landschap gaat het er niet om wat planten nou precies doen, hier wel. Nick schrijft ook artikelen voor de jaarkrant van de Tuinen, bijvoorbeeld het hoofdartikel van de laatste uitgave: ‘Komt een plant bij de dokter!’. Het gaat over de bijzondere rol van planten voor onze gezondheid, tevens het thema van 2012.
Het gaat niet goed met de Tuinen in Nederland. Nick: “Botanische tuinen en arboreta worden afgestoten door de universiteiten en het lukt niet altijd om ze in stand te houden. Ook het voortbestaan van de Tuinen in Utrecht is zeker niet vanzelfsprekend. In het buitenland verdwijnen ook steeds meer botanische tuinen. In het onderwijs ligt de nadruk minder op kennis van levende planten en meer op allerlei laboratoriumtechnieken. Over tien jaar zou het best weer anders kunnen zijn, maar voor veel tuinen is het dan te laat. In onderwijs en onderzoek wordt wél steeds meer aansluiting gezocht bij de farmacologie. Veel medicijnen zijn immers afkomstig van planten. Dit betekent dat studenten farmacologie nu bij de Tuinen worden betrokken.”
Nick vertelt dat veel botanische tuinen zijn voortgekomen uit kloostertuinen. Monniken wisten veel van geneeskrachtige planten. In Utrecht is het allemaal begonnen met de Hortus Medicus bij Sonnenborgh in 1639, dit was dus geen kloostertuin.
Nick: “Studenten medicijnen moesten planten leren kennen.
De Tuinen bestaan dus al eeuwen, waarom zouden ze nu niet overeind kunnen blijven?”
Als ik er kom zijn er altijd mensen, zeker tijdens de speciale thema-evenmenten. Ook nu komt er net een grote groep schoolkinderen binnen. Nick: “De bezoekersaantallen nemen de laatste jaren behoorlijk toe. In 2003 bezochten zestigduizend mensen de Tuinen, dat was inclusief het Arboretum in Doorn. In 2011 hebben vijfenzeventigduizend mensen de Tuinen in De Uithof bezocht, exclusief het Arboretum, want dat is afgestoten in 2010. De bezoekersaantallen van de tuin stijgen dus flink.”
De Botanische Tuinen in Utrecht hebben op dit moment de beschikking over vijftien formatieplaatsen. Daarnaast zijn er heel veel vrijwilligers actief.
Ongeveer tien jaar geleden is een nieuwe huisstijl voor de Tuinen ontwikkeld. Nick: “Deze moest geïmplementeerd worden en daar zijn de bijdragen van fondsen voor gebruikt, ook die van het K.F. Hein Fonds. Indertijd zijn met het geld van jullie fonds vijftien borden geplaatst. De meeste staan er nog. Er zijn er een paar vervangen, omdat de tuin is veranderd of omdat ze beschadigd waren. Hieruit is een hele lijn ontstaan.”
Het is geen straf om op deze mooie septemberochtend nog even de Tuinen in te lopen. We zien inderdaad een aantal borden staan. De verschillende tinten blauw en groen en de mooie illustraties van onder andere bloemen, bessen, vogels, vlinders en insecten, nodigen uit om de informatie te lezen. Leuk om te zien dat de borden het na zoveel jaren nog goed doen.
Als ik weg ga maak ik nog even gebruik van de grote deskundigheid van plantenman Nick. Ik tuinier op zware klei en wil weten welke bollen het daar goed doen. Dit najaar wordt het Frittilaria, Leucojum, Anemone, Scilla en Hyacinthoides. Zo!