Het K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden is de tweede 'dochter' van de K.F. Hein Stichting, opgericht in 1995 vanwege de toenemende vraag van individuele personen om financiële steun bij studie en individuele noden. In de praktijk gaat het vooral om het verstrekken van éénmalige bijdragen ten behoeve van de opleiding van jongeren en het verlenen van hulp aan personen die niet of onvoldoende in aanmerking komen voor hulp van openbare, sociale instellingen. In dit hoofdstuk geven wij u een impressie van wat het Fonds in 2013 zoal deed en kunt u twee interviews met enkele samenwerkingspartners lezen.
Forse daling aantal aanvragen
Opvallend is dat er in 2013 een forse daling van het aantal ingediende aanvragen te zien is ten opzichte van 2012 en voorgaande jaren. Daarmee samenhangend is er in 2013 ongeveer een derde minder uitgegeven aan giften dan in 2012. Het percentage toegekende en afgewezen aanvragen is daarentegen gelijk gebleven.
Eén reden voor de afname van het aantal ingediende aanvragen is waarschijnlijk de overstap naar ons digitale systeem. Na een korte overgangsperiode waarin ook de papieren aanvragen nog konden worden ingediend, behandelen wij vanaf zomer 2013 alleen nog maar digitale aanvragen. Dit heeft de eerste maanden geleid tot veel telefoontjes en vragen. Veel maatschappelijke organisaties hebben dit als een drempel ervaren en hierdoor wellicht het indienen van aanvragen uitgesteld. Inmiddels weten de organisaties het systeem steeds beter te gebruiken en vergt de afhandeling minder tijd.
Een andere reden voor de afname van aanvragen vormen de forse bezuinigingen bij de maatschappelijke organisaties die doorgaans de aanvragen voor individuele noden indienen. Fusies en reorganisaties vergen veel tijd en energie en zijn ten koste gegaan van het indienen van goede fondsaanvragen, iets wat doorgaans naast het reguliere werk moet plaatsvinden. De aankondiging van de ingrijpende transities in het sociale domein (o.a. de overheveling van taken van de AWBZ naar de gemeenten en het decentraliseren van de jeugdzorg) hebben daarnaast voor de nodige onrust en onzekerheid gezorgd.
De afname van het aantal aanvragen is een algemeen fenomeen, ook collega-fondsen hebben hiermee te maken.
Ontwikkelingen in het sociale domein
Bovengenoemde ontwikkelingen hebben niet alleen invloed op de aantallen aanvragen. Fusies en reorganisaties hebben in veel gevallen geresulteerd in nieuwe organisaties met nieuwe namen en het is lastig om overzicht te houden in het maatschappelijk veld. De mensen die bij ons aanvragen zijn vaak nog wel dezelfde.
Zo experimenteert de Gemeente Utrecht al een tijdje met zogenaamde buurtteams waarvan wij in 2013 de eerste aanvragen ontvingen. In een buurtteam zitten professionals vanuit verschillende maatschappelijke organisaties. Als multidisciplinair team werken zij in de wijk en bieden op een actieve manier hulp aan. Doordat de buurtteams outreachend werken komen hulpvragen sneller in beeld. Wellicht leidt dit in de toekomst tot een toename van het aantal aanvragen voor individuele noden.
Ook in andere gemeenten wordt er geëxperimenteerd met het opnieuw vormgeven van de zorgtaken. Omdat wij werkzaam zijn in de hele Provincie Utrecht en te maken hebben met 26 gemeenten, is het niet eenvoudig om inzicht te krijgen in wélke veranderingen er binnen de verschillende gemeenten plaatsvinden. Duidelijk is wel dat ook van ons een herpositionering wordt gevraagd. Aanvragen zullen uit andere, nieuwe hoeken komen.
Stimuleringsprijs 2013
Sinds 2008 reikt het K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden jaarlijks een stimuleringsprijs uit aan een Utrechtse instantie voor maatschappelijk werk die zich op bijzondere wijze onderscheidt in de zorg voor haar cliënten. Het gaat dan om een concreet project dat in principe in één kalenderjaar kan worden uitgevoerd. De prijs bestaat uit een bedrag van €10.000.
In 2013 ging de prijs naar het project 'Laat Eline scoren', ingezonden door De Hoogstraat Revalidatiecentrum. Eline is een zesjarig lichamelijk beperkt meisje dat net als alle kinderen graag wil meedoen met gewone dingen uit het dagelijks leven. Dingen die andere kinderen ook doen, dus bijvoorbeeld een balletje trappen met je vader. In dit project wordt een voetbalmechanisme voor rolstoelen ontwikkeld, dat het mogelijk maakt dat ernstig beperkte jongeren ook actief kunnen deelnemen aan een potje voetbal.
Het project overtuigde de jury vanwege de manier waarop De Hoogstraat mensen op een volwaardige manier laat participeren in de samenleving. De jury was ook onder de indruk van de samenwerking van verschillende partijen die hun competenties bundelen met het concrete doel om gehandicapte kinderen te laten voetballen. Ook voldeed de inzending aan de eis dat het een concreet project betreft dat binnen een jaar uitgevoerd kan worden.
De uitreiking van de prijs vond plaats in een klein gezelschap op 14 november 2013 in ons kantoor aan de Maliesingel. De kleinschaligheid van de bijeenkomst maakte het mogelijk dat er leuke, inhoudelijke gesprekken op gang kwamen. Een goede formule voor komende jaren!
De fondsenmedewerkers aan het woord
Om een beeld te krijgen van wat er allemaal komt kijken bij een fondsaanvraag interviewden wij fondsenmedewerkers Eveline van der Roest en Femke van Zijderveldt, werkzaam bij MEE Utrecht, Gooi en Vecht. MEE ondersteunt mensen met een beperking op allerlei levensgebieden. We vroegen hen naar hun werkzaamheden en de samenwerking met fondsen. Daarnaast kwamen de veranderingen in het sociale domein aan bod en wat dit betekent voor het aantal en type aanvragen.
De functie van fondsenmedewerker
Sinds 2006 werken Eveline en Femke als fondsenmedewerkers bij MEE. Vóór die tijd dienden de consulenten zelf aanvragen in voor hun cliënten, maar dit kostte erg veel tijd en was vaak lastig te combineren met de andere werkzaamheden. Aan Eveline en Femke, toen werkzaam als administratief medewerker/ receptioniste, de uitdaging om de nieuwe functie van fondsenwerver vorm te geven. Twintig uur in de week werken ze met veel plezier samen met de consulenten en fondsen.
Maar hoe komen zij tot een goede aanvraag? "De consulent komt naar ons toe met een situatie en vraagt aan ons of dit een fondsaanvraag kan worden" legt Femke uit. "Het gaat dan om aanvragen waarvoor geen voorliggende voorzieningen zijn. De consulent heeft contact met de cliënt en vult samen met de cliënt het aanvraagformulier in. Het uitgangspunt is dat de regie bij de cliënt ligt. Deze doet zoveel mogelijk zelf."
Femke en Eveline hebben een lijst met circa 25 fondsen waar zij regelmatig aanvragen bij indienen. Afhankelijk van het type aanvraag, bekijken zij welke fondsen benaderd worden. Na jaren ervaring hebben zij inmiddels goed zicht op de werkwijze van de fondsen en kunnen ze goed afwegen of een aanvraag kansrijk is. Wanneer een fondsaanvraag positief uitpakt, gaat de consulent voor de aankoop vaak mee met de cliënt om er op toe te zien dat het geld goed besteed wordt.
Laagdrempelig
Iedereen kan bij MEE terecht, zonder verwijzing of indicatie. De dienstverlening is gratis. Mensen kunnen de organisatie vinden via verschillende kanalen. Soms worden ze door een fonds doorverwezen naar MEE. Een consulent neemt dan de fondsaanvraag in behandeling en gaat samen met de cliënt en de fondsenmedewerkers de aanvraag voorbereiden en afhandelen. Maar mensen kennen MEE ook door bijvoorbeeld de huisarts, scholen, folders bij buurthuizen, mond-tot-mondreclame, het buurtteam of de MEE-bus die regelmatig op drukke plekken, bij buurtcentra en op markten staat. En natuurlijk via de website www.mee-ugv.nl.
Van papier naar digitaal
Op de vraag hoe Eveline en Femke ons nieuwe digitale systeem ervaren, antwoorden zij verschillend. "Je kunt er niet alles in kwijt omdat je maar een beperkt aantal tekens hebt", licht Femke toe. Zij vindt het papieren, landelijke aanvraagformulier dat verschillende fondsen gebruiken handiger. Het feit dat zij de formulieren eerst printen, zodat de consulent het samen met de cliënt kan invullen, en het vervolgens weer overgetypt moet worden, zorgt voor dubbel werk. "Maar het is ook een kwestie van veel doen en er handigheid in krijgen, dan werkt het wel makkelijk", vult Eveline aan.
Aantal en type aanvragen
In 2013 was er bij MEE een lichte daling te bespeuren in het aantal aanvragen ten opzichte van 2012. Femke en Eveline denken dat de echte crisis nog moet doordringen. "Mensen wachten heel lang voor ze met een hulpvraag komen of ze vinden het zelf nog niet zo dringend, want iedereen in de omgeving zit immers in een moeilijke periode." Hier ligt de kracht van de buurtteams, die in de gemeente Utrecht experimenteren en mensen actief benaderen. Het aantal aanvragen vanuit de buurtteams neemt dan ook toe.
Is er ook sprake van een trend of verschuiving in het type aanvragen? Eveline vertelt dat er veel behoefte is aan aangepaste busjes. "Vooral voor allochtonen, zodat zij hier ook mee naar familie kunnen reizen", vult Femke aan. "Het aantal verzoeken voor vakanties naar het buitenland is daarentegen afgenomen. Maar in principe wordt alles aangevraagd, van aangepaste fietsen, tot identiteitsbewijzen, woninginrichting en sportabonnementen en nog veel meer."
Bedankjes
Eveline legt enthousiast uit dat het meedenken met de consulent en zoeken naar mogelijkheden het werk uitdagend maakt. Zo hebben zij soms ook zelf contact met een autodealer en zoeken ze samen naar de beste oplossingen voor de cliënt. 'Een cliënt die met trots zijn nieuwe bus komt showen', dat is waar ze het voor doen. Ook de vitrine in hun kantoor, met cadeautjes van cliënten, toont de blijdschap van cliënten die een gift hebben gekregen. Regelmatig sturen Eveline en Femke foto's of bedankbriefjes door naar het K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden om te laten zien hoe onze bijdrage heeft geholpen bij de aanschaf van een elektrische fiets of aangepaste auto.
Toekomst
Met de grote transities in het sociale domein, is het nog onduidelijk welke producten en diensten gemeenten gaan inkopen en hoe de rol van MEE en de fondsenwervers er de komende jaren uit gaat zien. Wel verwachten Eveline en Femke dat de regels van gemeenten worden aangescherpt en hierdoor vaker een beroep op fondsen gedaan zal worden. Het K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden kan de rol van fondsenmedewerkers hierbij alleen maar toejuichen. Het levert complete en duidelijke aanvragen op waardoor wij sneller tot een advies kunnen komen en de cliënt eerder geholpen is.
Stichting Noodhulp Utrecht
Net als in 2012 was het aantal spoedaanvragen in 2013 aanzienlijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om het aflossen van de huurachterstand ter voorkoming van huisuitzetting of om het betalen van oude rekeningen ter voorkoming van de afsluiting van gas en elektra. Ook merkten wij dat aanvragen vaak laat werden ingediend waardoor er spoedsituaties ontstonden en snel gehandeld moest worden.
Voor de urgente aanvragen binnen de gemeente Utrecht verwijzen wij regelmatig door naar Stichting Noodhulp Utrecht. Deze stichting is in 2004 opgericht door de Stichting K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden, de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht en de Stichting Het Evert Zoudenbalchhuis, met als doel het verlenen van financiële steun bij materiële noden met een spoedeisend karakter. De oprichters én andere organisaties doneren jaarlijks een bedrag aan de Stichting NU. De uitvoering van de werkzaamheden is in handen van Werk en Inkomen van de Gemeente Utrecht.
Aanvragen Studie; nieuw formulier
Studenten, studerend aan een onderwijsinstelling in de provincie Utrecht (Universiteit\HBO\MBO), kunnen via ons fonds in aanmerking komen voor twee beurzen:
Beurs Buitenland en Beurs tegemoetkoming studiekosten.
Voor de beurs tegemoetkoming studiekosten is eind 2013 een nieuw aanvraagformulier gemaakt waardoor studenten die niet in behandeling zijn bij maatschappelijk werk ook zelf een aanvraag kunnen indienen. Hierbij is de betrokkenheid van de studentendecaan van groot belang. Deze dient de aanvraag met een gemotiveerde brief te ondersteunen. Voor studenten die wel bij maatschappelijk werk in behandeling zijn, kan de aanvraag voor een tegemoetkoming studiekosten ook op de oude manier, door de maatschappelijke instanties, worden ingediend door middel van het aanvraagformulier voor individuele noden.
Van het aantal ingediende aanvragen voor een studiebeurs, is in 2013 maar liefst 42% afgewezen. Het bestuur beoordeelt aanvragen kritisch. Van de studenten wordt gevraagd nauwkeurig de noodzaak van hun stage, onderzoek of tegemoetkoming in studiekosten aan te geven. Ook blijkt dat studenten niet altijd goed gebruik weten te maken van de voorliggende voorzieningen. Studenten wordt aangeraden om tijdig, samen met de studentendecaan, na te gaan of een aanvraag bij het fonds zinvol is en zelf goed te bekijken of ze aan de voorwaarden voldoen.
De studentendecaan aan het woord
Om een beeld te krijgen van de rol van de studentendecaan bij het aanvragen van studiebeurzen spraken wij met Frank Peters, studentendecaan aan de Universiteit Utrecht. We vroegen hem naar zijn werkzaamheden, zijn ervaring met fondsen, de veranderingen in het onderwijsbeleid en of er verschuivingen te signaleren zijn in het type en aantal aanvragen.
De functie van studentendecaan
Frank, al 25 jaar in het vak, vertelt dat de functie van studentendecaan eind jaren '50, begin jaren '60 is ontstaan uit noodzaak. "Niet iedereen had de middelen om te studeren. De functie studentendecaan werd in het leven geroepen om de student daarbij te helpen." Inmiddels is de functie uitgebreid en variëren de werkzaamheden van het ontwikkelen van algemeen studentenbeleid en studentenvoorzieningen voor het College van Bestuur tot samenwerking met zusterinstellingen en studentenorganisaties. Daarbij is het erg belangrijk om tot in de puntjes op de hoogte te zijn van de wettelijke regelingen. Maar het speerpunt ligt nog steeds op de aandacht voor de individuele student.
De Universiteit Utrecht heeft vijf studentendecanen voor 30.000 studenten, met ieder een eigen aandachtsgebied. Studenten komen in eerste instantie terecht bij een studieadviseur die aan een specifieke opleiding is verbonden, waarna zij worden doorverwezen naar de studentendecaan, die universiteitsbreed werkt. "Je kunt de studentendecaan van de UU zien als tweedelijns", stelt Frank.
Studenten in nood
Als er extra voorzieningen nodig zijn voor individuele studenten, hebben de studentendecanen een eigen noodfonds van de universiteit achter de hand, maar werken zij ook veel samen met particuliere fondsen. Het K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden is er hier een van. Frank legt uit dat, vóór er een particulier fonds wordt aangevraagd, eerst zorgvuldig wordt gekeken wat er wettelijk en via eigen regelingen van de universiteit mogelijk is. Zijn deze bronnen uitgeput of niet toereikend, dan wordt een beroep gedaan op een particulier fonds. "Erg prettig om deze fondsen achter de hand te hebben", zegt hij opgetogen.
Studenten in nood kunnen, gedurende het hele traject van de fondsaanvraag, rekenen op goede begeleiding van de studentendecaan zodat er een goed en volledig beeld wordt geschetst richting het particuliere fonds. Dat dit nu bij K.F. Hein digitaal kan, wordt als zeer prettig ervaren.
Voor studenten van buiten de EU is studeren in Nederland erg duur geworden. Het collegegeld voor deze groep is torenhoog. Waar de universiteit vroeger nog in nood kon bijspringen, zijn tegenwoordig, met name door de hoge collegegelden, de mogelijkheden beperkt.
Ook de studentendecanen constateren een afname in het aantal studenten die een beroep doen op fondsen voor individuele noden. "Het was het afgelopen jaar relatief rustig", zo zegt Frank, waarna hij uitlegt dat dit verschillende redenen kan hebben. De student kan op dit moment nog relatief lang en veel lenen, begeleiding zit er strak bovenop waardoor studenten misschien zelf ook eerder afhaken en misschien weten sommigen de studentendecaan gewoonweg niet te vinden. Het blijft echter een beetje gissen. Het is de vraag hoe dit zich gaat ontwikkelen als over één jaar het sociaal leenstelsel wordt ingesteld, studenten minder lang gebruik kunnen maken van de OV- studentenkaart en de eisen voor een aanvullende beurs worden aangescherpt.
Studenten naar het buitenland
De aanvragen voor de Beurs Buitenland beschouwt Frank als 'luxeverzoeken'. Ook hier wordt afgewogen of een fondsaanvraag wel nodig is. De studentendecanen controleren elke aanvraag. Is de begroting transparant, is er sprake van schulden, wordt er geleend en zit er een goed verhaal bij? Frank vindt dit een service naar de fondsen toe. "Jullie helpen studenten, wij checken daarom elke aanvraag zodat er zo min mogelijk vragen en onduidelijkheden zijn en jullie je werk snel en efficiënt kunnen doen". Op dit moment is Frank druk met het afronden van de rapportage over de selectie studenten die in aanmerking komt voor het Beurzenprogramma van het VSB-fonds.
Kansen bieden
Dat het vak van studentendecaan breed en gevarieerd is, is duidelijk. Frank voegt hier enthousiast aan toe dat het omgaan met jonge mensen en ze een kans bieden om hun studie af te ronden het mooiste is van het vak. En zo helpen we elkaar!
Bestuur K.F. Hein Fonds Studie en Individuele Noden
Voorzitter
Prof. dr. P. (Pieter) Hooimeijer
Penningmeester
Drs. H. (Harm) Noordhof
Leden
Mr. A.K. (Astrid) van Steenhoven-Andela
Mevrouw G.B. (Ninke) van Keulen-Saenger
Mevrouw A.M. (Annemijn) Eschauzier
Adviseur
Prof. dr. J.F.G. (Hans) Vliegenthart