Jop Vissers Vorstenbosch
Januari 2018
Jaarlijks geeft het K.F. Hein Fonds opdracht aan een kunstenaar voor een tijdelijke installatie in de nissen in de hal en in de directiekamer van het fonds. In 2016 ging de opdracht naar Jop Vissers Vorstenbosch (1986) die het lichtkunstwerk ‘Straatverschijnsel, zeeverschijnsel’ maakte.
Jop studeerde in 2011 af aan de HKU. Zijn werk ontwikkelde zich van traditionele schilderkunst richting een architecturale tentoonstellingsbenadering.
De ideeën voor ‘Straatverschijnsel, zeeverschijnsel’ ontwikkelde Jop tijdens zijn verblijf in Detroit. Vriendin en beeldend kunstenaar Cecilia Rebergen schrijft over Detroit voor Utrechts kunstplatform Expodium. Zij ging met Jop mee naar Detroit en schreef het volgende over ‘Straatverschijnsel, zeeverschijnsel’.
‘In de gesprekken die Jop en ik de afgelopen maand voerden, terwijl hij in gevecht was met de werken ontwikkeld voor het K.F. Hein Fonds, werd duidelijk hoe lastig het is je eigen werk uit te leggen terwijl je er nog middenin zit. Daarom vroeg hij mij deze ontwikkeling te beschrijven.
Tijdens zijn reis naar de failliete industriestad Detroit (V.S.) afgelopen lente werd nog eens bevestigd hoezeer de romantiek van het verval en de vergankelijkheid van de stad naar Jop lonken. Eindeloos dwalen en struinen door onbekende straten. Een kapot uithangbord met flikkerende TL-buizen, schreeuwende dronken daklozen, een verloren winkelwagen, kapot gegooide ruiten. Deze 'symbolen voor stedelijke romantiek' waren welkome input voor de ontwikkeling van een eigen soort romantische schilderkunst. De in eerdere van Jops werken haast tot icoon verheven TL-buizen worden gecombineerd met een ware oerkracht van de romantiek: de zee.
In deze nieuwe werken, lichtbakken eigenlijk, zijn golven en TL's opgebracht in dezelfde laag. Op een achtergrond van echte TL's zijn de buizen en golven met eenzelfde techniek geschilderd. Toch verschillen ze zodanig dat je als toeschouwer heen en weer geslingerd wordt tussen abstract lichtwerk en duidelijk geschilderde schuimkoppen. Op sommige plekken een woeste zee, op andere plekken weer een gebroken reclamebord. Gele TL's zijn ook gewoon gele TL's, maar in het zeegezicht functioneren ze als de zon. Soms een vergezicht, dan weer wordt het opgebouwde perspectief ruw doorbroken. Een werk als geheel zou beschouwd kunnen worden als gebroken, gedramatiseerde lichtreclame voor zeevaart waarin Jop, gespannen balancerend, een dun lijntje bewandeld tussen twee dingen die in de normale wereld onverenigbaar zijn.‘
Het K.F. Hein Fonds had beide werken tot juni 2017 in bruikleen. In 2017 is een van beide installaties aangekocht voor de collectie van het fonds.
Fotografie: Arthur Martin