Skip Navigation Links

Reisstipendium - Blog # 2 Frances Rompas

September 2022

Frances Rompas reist in september 2022 met het K.F. Hein Reisstipendium naar Indonesië om te onderzoeken of zij door terug te gaan naar 'het moederland' de connectie met haar voorouderlijke Tontemboanstam weer kan vinden. Ze wil het landschap voelen en grijpen in beeld; een naaktportret maken van het landschap. Haar ervaringen en observaties deelt ze in een aantal blogs op onze website.

Blog # 2 - De jonge Walian

Ze fronst haar ogen tot spleetjes, blaast haar wangen op, de lippen getuit en uit haar spreekt een hoog stemmetje in een Minahasische taal. Ze is in een trance gekomen, in contact met de opo opo, nadat haar handen met strelende bewegingen haar lichaam als het ware leeg trokken. Voor haar op een altaar een ritueel kringetje van kleine offertjes. Sigaretjes, wierook, een bamboe kokertje met palm destillaat, kaarsjes branden. Een piepklein rood bijbeltje. Ze zit gebocheld, alsof de voorouders op haar schouders hangen. Met dezelfde zwaarte staat ze op. Op de tast en met de hulp van haar helpers vindt ze de personen bij wie ze het ritueel uitvoert. Ze is jong. Ik ken de oude foto’s van de Minahasa priesteressen uit het archief van het Nationaal Museum van Wereldculturen. De Walian, een rimpelige oude sjamaan dit rites begeleid, geneest en toekomst voorspelt.

sjamaan bidt met gebogen rug, gekleed in een rood gewaad en hoofddeksel, omringd door toeschouwers
De Walian in haar ritueel, video-stills, 4K video, met dank aan de kunstenaar
de sjamaan staat voor een oude stenen muur met erboven en erachter het oerwoud en raakt een man aan op de schouder, terwijl achter hem anderen in de rij staan te wachten
De Walian in haar ritueel, video-stills, 4K video, met dank aan de kunstenaar

Genius Loci

Ik kwam ze bij toeval tegen bij Watu Pinawetengan - steen van de verdeling - de belangrijkste plek van de Minahasa. Het is een oude megaliet van vulkanische oorspong die ligt tegen de bergkam ten oosten van de vuurberg Soputan. Zo groot als een liggende olifant met een prachtig uitzicht op de rest van de Minahasa. In de steen staan heel simpele prehistorische figuren gegraveerd, waarschijnlijk sinds de 8ste eeuw, zo berekende zendeling Riedel het 150 jaar geleden. Lumimu’ut, de oermoeder van het Minahasavolk zou hier haar nakomelingen, die ze kreeg met haar zoon Toar, hebben gesplitst in vier windrichtingen. Zo ontstonden de vier oerstammen van hier: de Tontemboan, Tombulu, Tolour en Tonsea. Stamhoofden kwamen bij deze steen samen om geschillen op de lossen. Een soort politieke rondetafel waar de stamhoofden besloten niet te strijden maar samen een complementaire eenheid te vormen. Als een familie, waar de ene stam vrouwelijke priesters had, en de andere stam mannelijke. Elk een eigen functie die samen een alomvattend geheel vormden. Minahasa betekend niets minder dan “éénwording”. Het was ook hier dat de stamhoofden besloten als eenheid een pact aan te gaan met de VOC, een belangrijk keerpunt in de geschiedenis met een weergaloos gevolg op mij en mijn voorouders.

 

zicht op het blonde hoofd van een jonge kind dat de hand legt op een grote steen met daarin prehistorische tekens gegraveerd
Bij het ontstaan van ons volk, video-still, 4K video, met dank aan de kunstenaar

Ik maakte shots van hoe de bruine rimpelige vingers van mijn oude vader over de grove steen schuurden, en van de kleine witte vingertjes van mijn zoontje. Ik nam er de tijd om de steen te voelen. Ruiken. Luisterde naar mijn eigen lichaam. Op het moment dat ik met ogen dicht mijn wang tegen de steen zette, kwam er een groep van zo’n 5 jonge mensen op crossmotoren in rood-zwarte verenigingsshirts. 

Water van de vuurberg

Ik vind ze stoer. Vier jongens en een meisje. Alle vijf hebben ze zich uitgedost voor dit ritueel. Buideltjes met amuletten, kettingen en hoofdbanden. Met grote concentratie en nederigheid maken ze contact met de voorouders en het landschap. Achter de veiligheid van mijn camera mocht ik alles observeren.

Ze leidden ze ons mee van de steen de berg in. We volgenden hen over een verborgen bergpad. Aan de linkerhand een stijle, begroeide helling, aan de rechter een weelderig groene afgrond. Onderaan het pad stond een dunne tempelpoort. Erachter verscheen een klein heiligdom met tal van trappetjes. Twee lege bassins, met mos, gevallen bladeren en resten kaarsvet van eerdere rituelen. Rond ons vlogen grote felblauwe vlinders.  

Elke persoon die gezegend werd stampte drie keer op de grond. Aan het eind dronken ze van het stroompje water dat de berg uitsijpelde. Dat is waar ze voor kwamen, en na afloop zouden ze de lege jerrycans ketjap manis vullen met dit heilige water om mee te nemen naar de zieken. Maar eerst nodigden ze ons uit, of wij ook wilden. Mijn oude vader eerst. Schoenen uit en een slok. Een brok in mijn keel. Toen mocht ik. Schoenen uit. Met beide handen gevouwen om de halve kokosnoot, en met een vingerkootje in het gaatje hield ik het hoog om het water op te vangen. Ik zette het aan mijn mond en dronk. Het was warm. Ik riep mijn zoontje bij me en ook hij dronk dorstig. Nog een brok in mijn keel. Wij hebben de berg in ons.

Frances, een jonge vrouw, van opzij gezien in close up, drinkend uit een halve kokosnoot met op de achtergrond water dat uit een rots stroomt
 Hier drink ik van de vuurberg, cropped video-still, 4K video, met dank aan de kunstenaar

Kennis en selfies

Dezelfde avond kwamen ze op visite bij ons huisje. Ze bleken alle vijf een soort Walian te zijn en vormen een hecht team, onderdeel van een grotere vereniging ter behoud van de Minahassische cultuur. Ik vertelde over mijn gevoel van ontheemd zijn en beeldde uit hoe ik graag weer dichtbij het landschap en mijn voorouders wil zijn. Ze deelden oude wijsheden. Ik vroeg ze over hun relatie met het landschap. Het Walian-schap wordt van generatie op generatie doorgegeven. Zo ook de kennis van de natuur, en de rol van planten in hun rituelen. Zij doen dit omdat hun ouders dit ook deden. Alles wat ze weten komt van orale traditie, zo dicht bij de natuur en hun voorouders. Zij maakten selfies en postten die direct op Facebook. We moesten naar een plek gaan vlak bij Tondano. Daar stond vroeger een verdedigingsfort van de Minahasa tegen de Nederlanders. Nu is daar een monument van het Minahasa volk. Een grote ronde muur met alle familienamen van de Minahasa. De jongen googelde wat foto’s en kwam bij de “R”. Hij zoomde in.. “Ya, ini! Rompas”. 

De bestemming voor de volgende dag was duidelijk.  

Wordt vervolgd.

Volg mij tijdens mijn ontwikkelreis naar De Minahasa via instagram @ro.frances