Stipendium - Blog Jeroen van Loon #1 blog
Maart 2015
Jeroen van Loon schrijft in deze blog over het winnen van het K.F. Hein Stipendium, het creatieve proces dat hieruit voortvloeit en het werken naar de tentoonstelling.
Mijn naam is Jeroen van Loon, kunstenaar uit Utrecht. Eind 2015 wordt mijn werk getoond in het Centraal Museum Utrecht.
Existing only briefly
Drie woorden
Afgelopen zomer zat ik samen met drie andere ontwerpers in spanning te wachten op de onthulling van het K.F. Hein Kunststipendium 2014. Mijn voorstel was om een 5 meter hoge, uit een boomstam gekerfde, totempaal te maken in de vorm van een WIFI-antenne. Een plek waar het publiek als hedendaagse indianen zou samenkomen voor gratis internet. Vanaf het moment dat er werd gezegd dat het winnende ontwerp een combinatie van een digitale en fysieke ontmoetingsplek voorstelden zat ik alleen nog maar op drie woorden te wachten. Jeroen…van…Loon, pas toen ik die woorden hoorde besefte ik dat ik het kunststipendium had toegewezen gekregen en daarmee de 5 meter hoge totempaal zou kunnen gaan realiseren.
Noodzakelijkheid en vergankelijkheid
Al snel na de onthulling ontstonden er twijfels over het totempaal concept.
Was het eigenlijk wel zo interessant als ik lang had gedacht? Waarom zou ik het direct gaan uitvoeren wanneer ik een jaar de tijd kreeg voor onderzoek, prototyping en creatie voor een nieuw werk. Na enige reflectie kwam ik tot de conclusie dat het totempaal concept niet genoeg relevantie bevatte om juist nu te maken. Wellicht was het plan 5 jaar eerder interessanter geweest. Ik zocht nu naar iets dat meer noodzakelijkheid in zich had. Die noodzakelijkheid vond ik grappig genoeg in vergankelijkheid, om specifieker te zijn, in de term Ephemerality.
Ephemerality (from Greek – ephemeros, literally "lasting only one day") is the concept of things being transitory, existing only briefly.
Het grote internet dat wij dagelijks gebruiken is een fundamenteel saai, log en oninteressant medium. Iedereen heeft toegang tot dezelfde data die tot de lengte der dagen online blijft. Alles wordt opgeslagen, gelinked en gedocumenteerd. Waar ook ter wereld, de data blijft het zelfde. Tijd, plaats en gelegenheid hebben op het internet nauwelijks invloed.
Jammer eigenlijk. Een internet dat zich meer als een ervaring gedraagt lijkt mij vele male interessanter. Een internet dat in beweging is. Soms online, soms niet. Soms leeg, soms vol met data. Een internet waar niet alles opgeslagen blijft, dat niet altijd toegankelijk is. Een internet dat niet eeuwig is. Een internet dat tijdelijk, vergankelijk en vooral ook plaatselijk is.
1901 Eastern Telegraph Cables. (bron: A.B.C. Telegraphic Code 5th Edition, 1901)
Het interessante aan deze gedachtes vind ik het feit dat het internet deze zaken natuurlijk al in zich heeft. Het internet als medium bestaat nog maar zo’n 35 jaar. Het internet zal ook nog maar een x aantal jaar bestaan voordat het wordt ingehaald door een nieuw medium, zoals ook de telegraaf na 221 jaar is ingehaald door o.a. de telefoon en later het internet. Het internet is al tijdelijk op historische schaal. Data op het internet vergaat sneller dan data op papier. Wie kan nog een bestand op een zip drive openen of een Windows 95 file? Waar blijven we met alle data. Een tweet versturen staat – mits hij niet viral gaat – gelijk aan een druppel water die in de zee verdwijnt. Software en hardware veranderen zo snel dat data en in grote context digitale archeologie steeds lastiger wordt. Niet voor niets zei Marens Engelhard, directeur van het Nederlands Nationaal Archief, dat de tijd terug komt dat alles wat op papier staat bijzonder wordt.
Optische glasvezel kabel uit 1976.
Het internet is op historische schaal dus al tijdelijk, vergankelijk en plaatselijk. Dat laatste wordt bepaald door de glasvezel kabels die op de bodem van onze oceanen liggen en het skelet van het internet vormen, precies zoals de telegraaf kabels dat voorheen deden. Wat betekenen deze kabels over 100 of 500 jaar? Zijn het ooit lege glasvezel strengen waaruit het eens zo belangrijke licht, dat de binaire code maakt waaruit onze data bestaat, al eeuwen is ontsnapt? Graven we deze glasvezel kabels in de toekomst op zoals we nu potten, pannen en botten op graven?
Deze tegenstrijd tussen eeuwigheid en vergankelijkheid, op historisch en globaal niveau tegenover het hedendaagse en persoonlijke niveau, fascineert mij enorm. Veel meer zelfs dan de totempaal. Hoe kan ik het internet in een historische context plaatsen? Hoe kan ik een anti-internet maken waar data maar tijdelijk bestaat voordat het weer oplost, verdwijnt of wordt vergeten zonder dat hier een documentatie of kopie van wordt gemaakt. Ik wil een werk maken dat deze vragen oproept. Een werk dat zowel een toekomst beeld op roept als een reflectie op het verleden is.
Geen internet of things of web 3.0
Maar een ephemeral web.
Ja, daar ga ik de komende periode onderzoek naar doen.