'Welkom thuis'
November 2021
Een leven lang werkt Wim van Scharenburg al aan zijn collectie. Hij spaart geen postzegels of voetbalkaartjes. Nee, hij verzamelt verhalen en historische bijzonderheden, en wel van Zuilen – de voormalige gemeente waarin hij geboren en getogen is. Tien jaar lang bevond zijn pittoreske Museum van Zuilen zich in een winkelpand aan de Amsterdamsestraatweg. Sinds kort heeft het een prachtige nieuwe locatie, in het hart van de Zuilense geschiedenis.
De entree naar het nieuwe Museum van Zuilen is imposant te noemen. Door grote deuren loop je het Werkspoorgebouw binnen. Deze markante oude wagon- en bruggenfabriek is nieuw leven ingeblazen. En elan. Van creatieve studio’s en werkplaatsen tot de brouwerij van De Leckere – hier gebeurt van alles. Een loopbrug óver de biervaten brengt je naar het museum. Een bescheiden, maar nauwkeurig ingerichte ruimte, die meteen nieuwsgierig maakt. Een ‘verhalenkabinet’, tot in de puntjes vormgegeven door ontwerper Jaap Bardet.
Hart van staal
Het karakteristieke woonwijkgevoel van weleer is dus ingeruild voor de industriële Schepenbuurt. Is dat een stap terug? ‘Absoluut niet’, verzekert Wim. ‘We zitten hier in het hart van Zuilen. Koninklijke Staalfabrieken Demka en Werkspoor schreven hier geschiedenis, en maakten Zuilen tot wat het was. Duizenden arbeiders vestigden zich rond de fabrieken, zodat Zuilen kon groeien en bloeien. Ik ben apetrots dat we ons juist hier hebben mogen vestigen.’
Geen geintje
En het is bijzonder, hoe dat gelopen is, voegt Wim toe. ‘Ondernemer Bob Scherrenberg kwam eens op de koffie en vertelde me dat hij deze hal had gekocht. Hij zei dat hij een groot treinstel op het dak wilde plaatsen. Dat leek mij technisch te uitdagend. ‘Of uit de pui laten komen dan’, hield hij vol. ‘En dan inrichten als museum’, vulde ik aan. We lachten erom, maar door dat geintje zitten we hier nu uiteindelijk echt. Voor de eerste vijf jaar zelfs gratis, anders had het ook nooit gekund. Ook veel fondsen hielpen mee, inclusief het K.F. Hein Fonds, dat ik zeer waardeer. Toen we hier neerstreken, werden we onthaald met de woorden “Welkom thuis”. Dat zal ik nooit vergeten.’
Blijven kijken
In het museum staat maar een deel van de collectie uitgestald. ‘Gezien onze locatie ligt het voor de hand om vooral veel van het industriële verleden te laten zien. Zoals de werkstukken van hout en staal uit de fabriek, die bol staan van het vakmanschap.’ Het pronkstuk is een schaalmodel van de fabriekshal, met rijdende treinen en tal van mooie kleine scènes die overeenkomen met historisch referentiemateriaal. Zoals de uitreiking van een raceauto-achtige rolstoel aan een geblesseerd geraakte werknemer. Je raakt niet uitgekeken, vooral als Wim vertelt wat er allemaal precies te zien is.
Straat voor straat
Een heel bijzonder deel van de collectie staat niet in de vitrine, maar op een groot beeldscherm vol met bestanden. ‘Presentaties – voor elke straat in de wijk een. Hierop zijn al onze beelden en verhalen van die specifieke straat verzameld’, vertelt Wim opgetogen. Om deze uiterst specifieke geschiedenissen in leven te houden en te laten groeien, organiseert het museum al sinds 2010 vrijwel elke maand een “StraatReunie”. ‘We nodigen iedereen die in een straat woont of woonde uit om te komen. Kijk, de uitnodigingen voor de Prinses Beatrixlaan zijn net gedrukt. Op deze feestelijke bijeenkomsten delen we onze kennis van de straat. Van de ontstaansgeschiedenis tot bijzondere gebouwen, bewoners en anekdotes. Daarnaast is er volop gelegenheid om elkaar te ontmoeten en herinneringen uit te wisselen. Vaak komen daar ook weer mooie verhalen uit naar boven. En die tekenen wij natuurlijk weer op.’
In 1954 pikte Utrecht Zuilen in. ‘Dat ervaren de mensen van Zuilen zo, tot op de dag van vandaag’, zegt Wim vastberaden. ‘Maar in dit museum blijft de geschiedenis voor altijd bestaan. En blijft Zuilen – van Utrecht of niet – toch mijn thuis.’