Skip Navigation Links

Miranda Cleary: “Ik ben mijn werk, mijn werk is mij”

Januari 2009

De van oorsprong Australische Miranda Cleary (1983) studeerde in de zomer van 2006 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, in de richting Fine Art. Na haar middelbare school wist ze al dat iets met kunst wilde doen, het schilderen zat duidelijk in haar bloed. “Ik had een enigszins vervormd beeld van wat een kunstenaar precies inhield. Ik dacht dat je alles al moest kunnen, in feite een halve Picasso moest zijn om op de HKU te beginnen. Dat bleek gelukkig niet zo te zijn en tijdens mijn studie aan de Hogeschool kon ik tijdens een innerlijk onderzoeksproces ontdekken wat ik wilde doen en wat ik wilde zijn. Ook mijn ouders hebben mij daarin enorm gestimuleerd.”

portret Miranda Cleary
Foto: Rob Versluys

 

Het eindexamenjaar bracht voor Miranda veel te weeg. Al haar schilderijen werden verkocht en haar eindexamenwerk werd uitgebreid beschreven en geïllustreerd in een artikel in NRC-Handelsblad. “Een absoluut hoogtepunt was dat voor mij. Zoveel aandacht als ik kreeg, het gaf me een gigantisch platform. Ook heb ik door de tentoonstelling veel contacten gelegd. Het gaf me een extra drijfveer om er mee door te gaan. Sindsdien heb ik een aantal exposities gehad in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Groningen en een solotentoonstelling in Amsterdam. Ook daar verkocht ik mijn schilderijen en het is leuk om te weten dat ik er van kan leven. Ik weet niet of dat zo blijft, maar daar zit ik nu niet zo mee. Wel heb ik gemerkt dat ik weer terug wil naar school. In de praktijk is de echte wereld best confronterend. Hoewel ik het erg leuk vind om te werken, mis ik toch de contacten en de feedback die ik van collega’s op de academie kreeg.”

Nu staat ze op het punt naar Londen te vertrekken om daar aan de Chelsea College of Art & Design voor een half jaar te studeren. “Ik wil graag iets nieuws doen en Londen stond al lang op mijn verlanglijstje. Niet alleen om daar verder te studeren, maar ook voor de stad en de internationale kunstwereld. Ik heb eerder een tijd aan de Rhode Island School of Design in de Verenigde Staten gezeten en ook dat was een geweldige ervaring. Wel vond ik dat ik toen niet zulk goed werk heb gemaakt. Later is dat zoveel beter geworden, ik heb er kennelijk dus wel wat aan gehad. En dat hoop ik in Londen ook mee te maken.

Daar zou ik overigens graag weer experimenteren met andere technieken en materialen, iets wat ik me na mijn eindexamen heb voorgenomen te doen. Dat is echter niet echt gebeurd, voornamelijk omdat acrylschilderen zo goed werkte bij mij. Voor mij is een schilderij het meest complete.”

De studie in Londen betekent voor Miranda een belangrijke verandering in haar leven. Eerder gebeurde dat al door haar eindexamen en haar verhuizing naar Amsterdam. “Het überhaupt zelfstandig in Amsterdam wonen en werken, was voor mij een hele bijzondere en intensieve ervaring. Ik zat dichter op de galeries en kon elk ogenblik op mijn fiets overal naar toe, ik zat echt op de plek waar het allemaal gebeurde. En te beseffen dat je nu zelfstandig bezig bent, om te scheiden van wat ik geleerd heb op de kunstacademie en daardoor mijzelf te ontwikkelen, was voor mij ook een hoogtepunt.”

“In Amsterdam kreeg ik ook mijn eerste solotentoonstelling in september 2007. Tot dan toe had ik veel groepsexposities gedaan maar nu mocht ik alle wanden van de galerie benutten. Dat gaf me een heel zelfstandig gevoel en ik besefte dat dit het werk was wat ik wilde doen.”

De inspiratie die Miranda nodig heeft voor het maken van haar schilderijen, haalt ze uit haar omgeving, de natuur en tegenwoordig ook uit de oudere kunst. “Onlangs was ik in het Rijksmuseum en het was zo overweldigend wat er allemaal te zien was. In de schilderijen van bijvoorbeeld Jacob van Ruisdael, Gerard ter Borch of Hans Holbein zitten zoveel subtiele emoties waar ik zelf ook mee bezig ben. Ik kan de ervaring van het kijken naar deze schilderijen daarom gebruiken om mijn eigen emoties in mijn schilderijen vorm te geven. Wel wil ik oppassen voor het tijdelijk interessant blijven van een schilderij. Ik blijf zoeken naar tijdloze gevoeligheid en de echte emotie. Het maakt dan ook niet meer uit wat je schildert of welke kleuren op dat moment in zijn. Het schilderij is dan pure emotie en die kant wil ik graag op.”

schilderij Nature Patch van Miranda Cleary
Foto: Rob Versluys

 

Niet alleen emoties spelen een rol bij Miranda, ook de keuze van kleurgebruik. “Ik ben absoluut te verleiden door kleuren. Het speelt een belangrijke rol en mijn schilderijen gaan ook over kleur, al dan niet met een knipoog. Zo is een van mijn favoriete doeken mosterdgeel. Maar door die vreselijke kleur is de emotie heel duidelijk. Tegenwoordig gebruik ik meer zachtere kleuren maar het verandert steeds door wat ik voorhanden heb. Subtiele verschillen maken het palet steeds anders. Ik heb wel een voorliefde om te werken met sombere kleuren. Dat heeft weer met sfeer, nostalgie en melancholie te maken: ik blijf een romantische schilder.”

Ook in de toekomst hoopt Miranda Cleary te blijven schilderen. “Natuurlijk zou het prachtig zijn als ik financieel op eigen benen kan blijven staan door de verkoop van mijn schilderijen. Maar voor mij is het vooral belangrijk dat ik werk maak dat totaal met mij vereenzelvigd is. Nu vind ik dat nog moeilijk omdat ik veel word afgeleid. Maar ik zou heel graag willen dat mijn werk heel persoonlijk wordt, dat ik mijn werk ben en mijn werk mij is. Ik ben daar steeds mee bezig en hoewel ik op de goede weg ben, moet ik dat nog uitzoeken. Maar elk nieuw schilderij dat ik maak, wordt persoonlijker en gevoeliger. Dat heeft te maken met een bepaald bewustzijn en durf van mijzelf om meer naar buiten te brengen.”

Haar schilderijen zijn onder meer verkocht aan de Gasunie. De K.F. Hein Stichting heeft op dit moment twee van Miranda’s schilderijen in haar pand aan de Maliesingel hangen, Nature Patch en Zonder titel. Daarvan is er de eerste in bruikleen, terwijl de ander een aankoop is geweest. “Het was heel fijn om te vernemen dat er vanuit een hoek die ik niet kende interesse was voor mijn werk. En dat motiveert me enorm.”

Dit interview verscheen in de publicatie over de beeldende kunstcollectie van de K.F. Hein Stichting in 2009. Auteurs: Jan Jaap Zwitser en Suzanna de Sitter.