Skip Navigation Links

Blog #1 van Heleen Mineur | Een veelzijdige blik op mentale gezondheid

Mei 2025

Heleen Mineur (1994), een interdisciplinair kunstenaar, werkt momenteel aan een project waarvoor zij het K.F. Hein Stipendium 2024 ontving. Dit onderzoeksjaar richt zij zich op fragmenten uit de geschiedenis van mentale gezondheid, met een focus op de oorsprong van behandelingen en bipolaire stoornissen. Daarnaast voert ze een mediaonderzoek uit naar documentaires als (mis)leiders in kunst- en fictiefilm. Dit onderzoek vormt de basis voor de tentoonstelling in het Centraal Museum, dat in november 2025 plaatsvindt. In deze blog deelt Heleen zelf haar ervaringen uit de eerste fase van het project en een korte reis naar Portugal (november tot februari).

Sinds november heeft dit project me in z’n greep. De onderzoeksfase is voor mij altijd het belangrijkste, en levendigste; hier kan ik me volledig onderdompelen en is er geen lineair begin of einde in zicht. Ik verwijs hier graag naar Laure Prouvost’s metafoor van de octopus: de verschillende armen bewegen zich onafhankelijk, maar samen met het hoofd en lijf beweegt de octopus zich voort. De armen representeren groeiende onderzoeksthema's, fascinaties, verhalen, beelden en locaties die me aanzetten tot vertalingen verder in het proces.

Foto: Arthur Martin Fotografie 

Het vinden van een eigen ritme in dit onderzoeksjaar is bumpy maar speciaal. De afwisseling van onderzoek, filmstudies, samenwerkingen en het bezoeken van verschillende archieven en locaties maakt dat de dagen nooit lang genoeg zijn - en intuïtief meegaan met verschillende seizoenen van een langdurig proces is iets wat ik lange tijd niet heb kunnen doen.

Eind Februari kreeg ik meer inzicht in de geschiedenis van mentale gezondheid in Nederland en Europa – met al zijn dolhuizen, bovennatuurlijke diagnoses, obsessies met lichaamsvloeistoffen en brute, experimentele behandelingen van dien. Naast de documentatie die ik bestudeer uit de Willem Arntsz instelling in Utrecht (1461), hoop ik op diepere bevindingen uit o.a. mijn onderzoek naar de vrouwen uit de Pitié-Salpêtrière instelling Parijs (1656), behandelingen in eerste psychische ziekenhuis in Fes, de oorsprong van elektrische alen en bloedzuigers als therapie en de ‘helende’ duiveluitdrijving-pelgrimages in Valencia. Ook probeer ik beter te begrijpen hoe eeuwenoude (alternatieve) behandelingen duizenden jaren zijn gebruikt, terwijl er geen bewijs van genezing lijkt vastgesteld, en daar tegenover; therapieën die verdwijnen, die antwoorden bevatten waar we eeuwenlang naar hebben gezocht. 

Waar ik tegenaan loop zijn de ontbrekende nuances naar waar ik juist op zoek ben. De archieven fluisteren vooral over zij die bestempeld werden als hysterisch, ongehoorzaam of heks, wilden en krankzinnigen die uit de taken van de maatschappij wilden ontsnappen. Hoe minder ik vind, hoe meer in snak naar geschiedenissen die niet alleen draaien om medische misère; maar om mythische, lokale, intergenerationele verhalen die diep zijn weggestopt - zoals een plek waar een groot deel van de bevolking geestelijk ziek was, en hun eigen regels en manier van leven hebben ontwikkeld. Hoe minder ik vind, hoe ik ook besef hoe veel groter de fictieve rol in mijn werk gaat zijn.

Hersenscans in het Egas Moniz-archief
Hersenscans in het Egas Moniz-archief

In Lissabon voerde ik plannen uit die ik al in mijn aanvraag schreef in zomer 2024. Mijn partner opende diens solotentoonstelling in Kunsthalle Lissabon in Januari en zo ontstond er een werktrip - met nog bij vertrek pure radiostilte na mijn eindeloze pogingen tot contact/toegang tot locaties. Gelukkig lukte het een archief over Egas Moniz te bezoeken en de verlaten psychische instelling Miguel Bombarda. Ook was het een verlangen terug te keren naar vervreemde landschappen voor mogelijke beelden in de film en bestudeerde ik het gebruik van tegels als drager van symboliek en informatie.

In het Egas Moniz-archief werd ik geconfronteerd met mijn frustratie op de wetenschap en behandelingen van begin vorige eeuw. Moniz, pionier in de neurowetenschappen en winnaar van de Nobelprijs, introduceerde in 1935 de leucotomie—een methode die later in de Verenigde Staten door Walter Freeman zou uitgroeien tot de beruchte ‘ijspriem lobotomie’ met 50.000 slachtoffers in VS en Europa. Ondanks de controversie rondom zijn werk, ligt zijn nalatenschap zorgvuldig geconserveerd in documenten en belichte hersenscans in een bedompt privé ‘museum’ in de Moniz vleugel van het Santa Anna ziekenhuis. De bibliothecaris, die mij in Portugees-Engels begeleidde door de archieven, prees Moniz voor zijn neurologische ontdekkingen - waaronder ook een methode om succesvol tumoren te verwijderen. Bij vertrek gaf ze me een originele kopie van zijn boek over psychoses uit 1936 in handen, en liep ik met veel bedenkingen het ziekenhuis uit.

Entree Miguel Bombarda grond

Ik bezocht het verlaten Miguel Bombarda paviljoen, geopend als Rilhafoles Hospital for the Insane in 1848, gesloten in 2011. De locatie is relevant omdat het een goed voorbeeld is van een 19e- en 20e-eeuwse uitgebreide Europese instelling en er een kleine groep bezig is met het archiveren van het verleden van deze bijzondere locatie. Vrijwilliger Pedro mij rond op de gronden, en deelde de orale geschiedenis van de instelling en de mensen die er verbleven. De zware muren rondom de begroeide tuinen, een blauw betegelde hydrotherapie gebouw dat op instorten stond, de achtergebleven meubels in gezamenlijke ruimtes en de kleine, stille Panopticon gevangenis bleven me goed bij. 

Performance bij de boom van het Panopticon van José Gomes,1913

Het Panopticon is een rond gebouw, met identieke deuren die naar een binnenplaats leiden. Het versterkte geluid van de stenen muren en de lucht als enig uitzicht maakt de ruimte extreem desoriënterend. 'Gevaarlijke patiënten' leefden in kleine cellen, waar elk geluid hoorbaar was en elke handeling zichtbaar. Een van de bijzondere verhalen die Pedro deelde was dat van Valentim de Barro, een danser die tijdens de oorlog in Berlijn werd teruggestuurd naar Lissabon en daarna meer dan 40 jaar in het Panopticon-gedeelte van het ziekenhuis verbleef, met de diagnose ‘homosexualiteit’. Zijn cel hing vol haakwerkjes en schilderijen die hij maakte, en samen met de andere gevangenen hield hij vogels. Kunstwerken van Valentim, poezie van dichter Angelo de Lima, een performance van kunstenaar José Gomes en een poëtisch videoportret over de kunstenaar Jaime Fernandes in 1975 (te vinden op YouTube), biedt een fascinerend maar geromantiseerd beeld van het grillige en uitzichtloze leven van de patiënten in het ziekenhuis.

Een aantal dagen voor vertrek plande ik via Google Streetview een korte roadtrip in een gebied rondom de kust van Sintra en Cascais. Hier fotografeerde ik decors van druiperige rotsen, europees-vreemde verstrengelde bomen, strand omgevingen met rode klei, rotsen in vormen van tanden en wirwars aan wortels, cactussen, monsteras, orchideeën en vetplanten vastlegde, om als als mogelijke visuele vertalingen van mentale episodes te gebruiken, in het uiteindelijke werk.

Mijn fascinatie voor tegels in materie voor installatie werd groter door het bestuderen van eeuwenoude tegelwerken, evenals door de dagelijkse ontmoetingen met tegels in de stad. Tegelwerken verschijnen op onverwachte plekken en kapotte tegels worden vaak vervangen door exemplaren van andere plekken, wat een poëtisch en absurd beeld oplevert.

Wilde plant in schemer die verdwaald lijkt in de rode klei duinen, omringd door kleine fel groene vetplanten en grote afgesleten blokken steen.

Hoewel de visuele vertalingen voor mijn film nog wachten op de volgende fase, begin ik al veel elementen te schetsen voor het uiteindelijke werk. Dit is, zoals ik doorgaans werk, een verzameling van fragmenten: ideeën voor sets, bewerkingen, overgangen, geluid, personages, objecten en shots. Langzaam ontstaat er een soort duizend stukjes puzzel, waar het midden nog geheel ontbreekt. In een volgende blog zal ik dieper ingaan op mijn onderzoek naar documentaire als fictie in film, en mijn maakproces.

Decoratief tegelwerk rondom trap in het Museu Nacional do Azulejo
Screenshot ‘Jaime’, directed by António Reis, 1974, 37’