Munir de Vries: Bijdragen aan de samenleving
Juni 2025
Munir de Vries wordt veel gevraagd om zijn grote muurschilderingen. Begonnen met graffiti en na een opleiding illustratie maakt hij verhalende werken waarin de directe omgeving altijd aan bod komt. Voor sportlocatie Amerena maakte hij met steun van K.F. Hein Fonds een nieuw werk.

In de centrale hal van Amerena in Amersfoort hangt een negen meter lang houten reliëf aan de wand dat Munir de Vries in 2023 maakte. In een vloeiend samenspel buitelen vormen en lijnen over elkaar heen. ‘Het is eigenlijk mijn eerste sculptuur!’ zegt hij.
Hij maakte schetsen op locatie en liet zich inspireren door de mensen die er sporten. Dat leidde tot organische vormen en daarom koos hij ervoor het in hout te maken. ‘Ik had al wel eerder experimenten met hout gedaan. Het is materiaal dat veel aandacht nodig heeft, het is heel mindfull en in hout zit een textuur die je kunt vergelijken met water. De golfjes en de laagjes, dat was een beeldassociatie die ik erbij had omdat het kunstwerk bij het zwembad was.’
De opdracht die hij kreeg was vrij. Het werk moest passen bij de locatie, maar hoe dat was aan de kunstenaar. Het gaf De Vries de ruimte nieuwe dingen uit te proberen. Hij ging met bezoekers van Amerena in gesprek over wat beweging met je doet, niet over de spierontwikkeling, maar wat het geestelijk met je doet. ‘Dat in combinatie met de fysieke bewegingen van mensen heb ik verwerkt in een tekening. Best wel experimenteel, waar ik ook heel blij mee was.’
De Vries heeft een lange staat van dienst in het werken op locatie. Hij laat altijd de omgeving meespelen in het werk, zowel in vorm zowel als inhoud. Zijn muurschilderingen passen bij de vorm van een gebouw én bij de mensen die er komen.

Al jong begon hij met tekenen. De Vries zat als kind elke zaterdag met een zusje en broertje op tekenles in Artis. Dieren tekenen. De verkoop van een van die tekeningen was voor hem een belangrijk moment. ‘Mijn moeder vond dat ik een tekening moest verkopen op de vrijmarkt. Een kunstenaar kocht het voor 25 gulden en hij nodigde me uit naar zijn tentoonstelling te komen. Ik zat nog op de basisschool en begreep niets van die tentoonstelling. Maar het heeft wel indruk gemaakt dat iemand anders iets zag in mijn tekening. Dat is me altijd bijgebleven.’
Hij maakt veel verschillende dingen. In het begin veel illustraties, maar dat is minder geworden. Tien jaar na zijn afstuderen heeft hij een bloeiende praktijk opgebouwd. Bekend zijn zijn grote muurschilderingen, zoals die in Utrecht bijvoorbeeld te zien zijn op de Croeselaan en op een muur van het Bonifatiuscollege. Maar hij ontwierp ook een wandkleed over het slavernijverleden, en nodigde iedereen uit daaraan mee te borduren.
‘In het begin moest ik ook dingen doen waar ik eigenlijk geen zin in had om te zorgen dat er genoeg geld was. Ik merk dat ik nu misschien nog wel dezelfde opdrachten krijg, maar dat de budgetten groter zijn en de kwaliteit van de ruimtes ook. Er is nu meer ruimte om ervan te genieten en de tijd te nemen. Ik ben heel blij dat ik creativiteit als gereedschap heb om de wereld te ontdekken, daarom probeer ik ook onderwerpen die me aan het hart gaan te onderzoeken.’ Op de Croeselaan is het thema bijvoorbeeld rust. ‘Dat is iets waar veel mensen mee bezig zijn: hoe kom je tot rust in een samenleving die best veel haast van je verwacht.’
Een waardevol medium
Voor De Vries is maatschappelijke betrokkenheid heel vanzelfsprekend. ‘Ik vind dat als jij de ruimte krijgt om iets te vertellen, dan kun je niet steeds alleen doen wat je zelf leuk vindt. Ik wil liever iets vertellen dat bijdraagt aan de samenleving. Ik denk dat kunst als medium heel waardevol kan zijn. Dat ideeën anders overkomen wanneer je ze ziet, op een gevoelsmatiger niveau en je dan raken. Of dat altijd lukt weet ik niet, maar ik vind het leuk om ermee bezig te zijn en ik probeer verantwoordelijkheid te nemen daarin.’ Dat is ook de reden dat hij graag in de openbare ruimte werkt: het werk is dan voor iedereen toegankelijk.
Qua vormentaal komt veel voort uit de graffiti waar hij ooit mee begon. Sommige bewegingen heeft hij zo vaak herhaald dat ze tot zijn vaste repertoire behoren. Maar de uitvoering en de materialen wisselen en blijven zich vernieuwen. Er zijn muurschilderingen, maar ook is hij nu bezig met tuften en voor een werk bij de Van der Hoevenkliniek maakte hij gebruik van videomapping: geanimeerde tekeningen worden daar op het gebouw geprojecteerd. Een werk dat overigens ook in samenwerking met cliënten van de kliniek is gemaakt.
Het hout dat hij bij Amerena gebruikte keerde weer terug in werken die hij daarna maakte. Zo speelt hij met de technieken en levert elk werk ook weer input op voor het volgende. ‘Dit jaar was er een tentoonstelling in het Centraal Museum over graffiti en textiel waar ik iets voor mocht maken, ik had een muurschildering bedacht, maar daarop had ik houten elementen gemaakt. Op dezelfde manier als bij de opdracht voor het K.F. Hein Fonds maar nu was meer alsof het uit de muur kwam, uit de schildering. Dat zou ik wel meer willen doen.’
Gaandeweg is het vertrouwen om te experimenteren gegroeid. Najaar 2024 begon een nieuw avontuur: een project in Ethiopië dat hij zelf heeft opgezet. In het land waar zijn vader heeft gewoond en nog een oom woont. Vier maanden verblijft hij in hoofdstad Addis Abeba om in samenwerking met lokale kunstenaars werk te maken de openbare ruimte. Er is nog weinig kunst op straat daar en hij is benieuwd naar de reacties. Nieuw terrein. Ongetwijfeld levert ook dat weer nieuwe inzichten en elementen op.
Meer over Munir de Vries:
Website
Instagram
Dit interview is geschreven door Marjolein Sponselee in 2024.