Hans Laban
Augustus 2023
In 2013 was het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd getekend. Dat werd groot gevierd, ook met culturele projecten zoals het allereerste K.F. Hein Fonds Stipendium, met het thema: The Art of making Peace. Hans Laban schreef hiervoor een voorstel en was aangenaam verrast toen hij werd geselecteerd om dat uit te werken met het allereerste stipendium. Het resultaat was We do have something in common, een installatie met een serie fotopolymeer etsen op groot formaat, lasergravures, video en geluid. Een project dat uitmondde in een presentatie in het Centraal Museum. Met voldoening keek hij na afloop terug op een intensief jaar en een geslaagde expositie. Tien jaar later blikt Marjolein Sponselee met Hans Laban terug op het project, zijn werk en inspiratie.
Tekst gaat verder onder de portretfoto
‘Ik probeerde iets te doen over verbindingen. Ik was daar op een andere manier al mee bezig; met verbindingen in de natuur of tussen mensen.’ Mensen die veel met elkaar gemeen hebben, waar ter wereld ze ook wonen. Precies dat wilde Hans Laban in zijn project We do have something in common benadrukken, om zo bij te dragen aan meer begrip voor de ander.
Laban vroeg vrienden en bekenden hem foto’s te sturen van familie, vrienden, collega’s. Via hen stelde hij deze vraag ook weer aan anderen. Zo verzamelde hij groepsportretten van over de hele wereld. ‘Die foto’s heb ik gecombineerd tot nieuwe groepen, nieuwe families in feite. Twee zussen uit India met twee zusjes uit Afrika. Een ruiter in de Andes (ik ken hem) met een groep die het hooggebergte van de Himalaya bezoekt (ik ken de persoon die de foto heeft gemaakt).’ Er ontstaan verbindingen tussen mensen die elkaar nooit hebben ontmoet. De foto’s zijn in lagen over elkaar heen gezet, waarbij je echt moet focussen om te zien wat bij welke foto hoort en de beelden mooi vermengen tot een nieuw verhaal. Van een deel van de werken liet hij ansichtkaarten maken, zo maken de beelden als je ze verstuurt opnieuw contact met anderen.
Als graficus verdiept Laban zich graag in de ontwikkelingen van het vak. De ets is zijn favoriete werkwijze, een oude techniek die zich nog steeds vernieuwt. Het stipendium stelde hem in staat ook hierin een nieuwe stap te maken. Hij wilde in kleur werken en op groot formaat, maar moest daarvoor op zoek naar de juiste materialen. De foto-polymeerplaten die hij nodig had kwamen uit Japan en een aquatintscreen uit de Verenigde Staten. Voor het drukken van de grote formaten ging hij naar Eindhoven bij Grafisch Atelier Daglicht, waar hij samenwerkte met collega’s en studenten. Kennis delen en ideeën uitwisselen is altijd een belangrijk onderdeel van zijn praktijk geweest. Hij was een van de oprichters van Grafisch Atelier Utrecht, werkte bij andere grafische ateliers en gaf jarenlang les op de kunstacademie. Ook in dit project zocht hij actief de samenwerking op.
Gelaagde beelden
Het idee voor We do have something in common ontstond tijdens een uitwisseling van Grafisch Atelier Utrecht met kunstenaars uit Vancouver en Yokohama. Laban vroeg de collega’s uit die steden om een foto van een favoriete boom te sturen en koos ook zelf een boom. De drie bomen heeft hij over elkaar heen gelegd. ‘Het zijn drie verschillende platen over elkaar gedrukt, soms met de ene boom voorop soms met de andere. Je ziet ze wel steeds alledrie door elkaar heen. Het is eigenlijk net of ze met elkaar in gesprek zijn.’ Zo is het ook bij We do have something in common. ‘Het jaar van het stipendium heb ik benut om uit te zoeken hoe ik dat in technische zin kon doen. Dat was een tijdrovend karwei.’ Het is een techniek die ook daarna steeds meer een rol is gaan spelen in zijn werk. De lagen door elkaar heen laten werken, waarbij soms het een soms het ander op de voorgrond treedt, afhankelijk van je focus.
Gelaagdheid komt in al zijn werk terug, zowel in inhoud als in techniek, die gaan hand in hand. Soms gebruikt hij risoprint (‘eigenlijk een moderne manier van stencilen’), ets en monoprint over elkaar. Soms tekent hij over een afdruk, of snijdt dingen uit. Hij hergebruikt elementen uit ouder werk; fragmenten van platen die hij nog heeft of beelden en gedachten uit eerder werk keren terug in een nieuw werk. Zo weeft hij steeds nieuwe verbanden.
Inspiratie vindt Hans Laban in alles wat hij onderweg tegenkomt, Zowel in het wereldnieuws als het dagelijks leven. De Vrede van Utrecht bijvoorbeeld, of - recenter - verwijzingen naar het coronavirus. Zijn werk is ook een manier om een herinnering te bewaren. Dichter bij huis was een fietstocht over een dijk waar bomen werden gekapt aanleiding voor een werk. Dat beeld komt dan terug in een prent, maar ook neemt hij een paar houtsnippers van de locatie mee en drukt die als hoogdruk op het papier boven de ets. Door de jarenlange ervaring kan hij moeiteloos spelen met alle opties en genieten van dat proces. Combinaties van scherpe en zachte vormen, lijnen en kleurvlakken. Intuïtief combineert hij verschillende beelden en technieken. ‘Maar kijk, de inkt van de ets komt er toch altijd doorheen. Die ligt toch een beetje op het papier.’ Lyrisch is hij na al die jaren nog steeds over zulke details.
Foto's: Arthur Martin
Tekst: Marjolein Sponselee