Kunstenaars krijgen de ruimte bij Das Spectrum
April 2017
Het voormalige pand van uitgeverij Het Spectrum staat vier verdiepingen hoog op een verlaten terrein achter Shoppingcenter Overvecht. Het grijze exterieur is verraderlijk; binnen bruist het van creativiteit en levendigheid. Desondanks wordt het pand van kunstcollectief Das Spectrum over een jaar gesloopt. Om het afgelegen kantorencomplex te bereiken loop je eerst zo’n vijftig meter over een parkeerplaats langs een doorgaande weg. “Aan de buitenkant ziet het eruit als een betonnen bak. Deze zomer gaan we iets met de gevel doen, zodat mensen op straat zien dat hier iets gebeurt”, vertelt Jop Vissers Vorstenbosch, die hier en daar een verfvlek op zijn kleding heeft. Hij gaat ons voor naar de gezamenlijke ruimte met leren stoelen, een lange tafel en een keukentje waar de kunstenaars elke avond samen eten.
“Als collectief sta je sterk, omdat je samen bent en kwaliteiten deelt. Je stimuleert elkaar bezig te blijven”, zegt Vissers. In Das Spectrum werken nu zestien kunstenaars. Sinds 2015 is er ook een gastatelier, waar Utrechtse maar ook internationale kunstenaars voor uitgenodigd worden. In de kelder heeft de groep een nette expositieruimte gemaakt. “Wij hebben zelf veel gedaan om de casco kantoorruimte geschikt te maken voor onze activiteiten als atelierpand en tentoonstellingsruimte. Bijvoorbeeld door het bouwen van wanden, het schilderen van de vloeren en er is voor verlichting gezorgd. De nutsvoorzieningen, zoals de elektra die hier en daar niet helemaal veilig was, is overigens samen met de verhuurder Sophies kunstprojecten gereed gemaakt”, vertelt Pim Tieland, die is aangeschoven. Samen met zijn compagnon Mitchel Breed is hij een grote organisatorische drijfveer achter Das Spectrum.
Een betonnen trap leidt naar de kelder. Vissers loopt enthousiast voorop, Tieland en Breed volgen. Vissers: “Hier stond eerst nog een laag water.” Hij bukt om met zijn hand aan te geven hoe hoog het stond – zo’n vijf centimeter. De kelder is wit en grotendeels leeg, op wat klein werk aan de muur en kunstige tafels na. Voetstappen galmen door de ruimte. “Hé, kijk eens!” Vissers wijst met een brede grijns naar een ventilatieleiding die uit de muur komt. “Er groeit bamboe naar binnen!”
‘Spelen met het kopieerapparaat’
Bovenin het pand, in de werkruimte van Breed, valt meteen het gat op dat uit de tussenwand is gezaagd. Als je er doorheen kijkt, zie je de spullen in zijn opslagruimte liggen. De rest van de ruimte is op chaotische wijze gevuld met ontelbaar veel kopietjes van beeld, tekst en een vage combinatie daarvan. Breed positioneert zichzelf met twinkelende ogen bij het gat. Hij legt uit hoe het er gekomen is: “Tijdens een korte werkperiode bij Casco ben ik uitgenodigd om te komen spelen met het kopieerapparaat en om elkaar beter te leren kennen. Hieruit ontstonden een reeks publicaties, die zich weer vertaalden naar deze wandcollage.” Hij wijst op de collage van kopietjes, oude tekeningen en schilderijen in het atelier. “Het resulteerde uiteindelijk in het uitzagen van het wandfragment voor een expositie. Het gaat vooral over dialogen tussen beelden, plekken, kunstenaars en collectieven.”
Breed beschrijft zijn eigen werkwijze grappend als ‘spelen met het kopieerapparaat’. Wat neerkomt op herhaaldelijk materiaal printen, weer scannen, opnieuw printen, enzovoort. Dit doet hij met bronmateriaal en eigen werk. “Hierdoor vervalt de hiërarchie tussen schilderijen, tekeningen en bronmateriaal. Je houdt alleen een gevoel van onleesbaarheid en ‘overload’ aan atmosfeer over”, legt hij uit. “Ik ben in een soort eindeloos verhaal beland waar ik niet meer uit kom. Het wandfragment heeft zich vertaald via Casco, terug naar Das Spectrum, terug naar Casco en weer naar hier.”
Steun van K.F. Hein Fonds
De werkruimte van Vissers is minder volgepropt. De geur van verf overheerst, tl-lichten zoemen zacht en op de betonnen vloer liggen her en der lichtbakken waar aan gewerkt wordt. In de hoek hangt een rek vol verftubes, gesorteerd op kleur. Vissers is nu zes jaar bezig als kunstenaar en is al sinds het begin van Das Spectrum, in 2011, bij het kunstcollectief betrokken. “In dit pand zitten de bouwers: de makers onder de kunstenaars. We hebben allemaal vrij veel fysieke ruimte nodig om te kunnen werken”, vertelt hij.
Die ruimte vinden kan lastig zijn. “Nu het economisch gezien beter gaat, komen deze leegstaande panden weer in handen van projectontwikkelaars”, zegt Tieland. “Terwijl het BAK, wat uitgegroeid is tot een instituut van internationaal belang, bijvoorbeeld ook is ontstaan tijdens een economische crisis in de jaren tachtig. De vraag is hoe je daarna dit soort initiatieven weet te behouden.” Tussen oktober en februari wordt het huurcontract van Das Spectrum opgezegd en het pand later gesloopt. Er komt een flatgebouw met op de begane grond cultuur voor in de plaats. “We hebben de angst dat het zo onbetaalbaar wordt dat het uiteindelijk alleen door hippe bedrijfjes gebruikt gaat worden, die maar één vierkante meter nodig hebben voor hun laptop. En zo wordt de beeldend kunstenaar aan zijn lot overgelaten”, verzucht Vissers, met zijn armen over elkaar geslagen. “Er zijn meerdere partijen in Utrecht die zich in het algemeen inzetten voor de beeldende kunst en de kunstenaars. De vraag is echter of zij voldoende mogelijkheden hebben om op korte termijn iets te betekenen. Het ziet ernaar uit dat het in ieder geval de komende jaren voor jonge beeldende kunstenaars erg moeilijk gaat worden in Utrecht”, vertelt Tieland.
“Het K. F. Hein Fonds zet zich gelukkig wel in voor de ondersteuning van Utrechtse kunstenaars. De stichting wil hen juist een plek en een podium geven.” Vissers heeft zelf een werk gemaakt voor het K. F. Hein Fonds. “Namelijk lichtbakken die een zeevaardersromantiek weergeven. Het zijn tl-buizen, maar tegelijk blauwe golven, schuimkoppen en een zonsondergang. In Detroit ben ik geïnspireerd geraakt; de vervallen reclameborden en lichtbakken die ik daar zag hebben een speciale esthetiek die ik ben gaan nastreven.” Inmiddels zijn twee kunstwerken van Vissers tot en met juni te zien in het kantoor van het K.F. Hein Fonds op de Maliesingel 28.
Dit artikel verscheen in april 2017 in DUIC in de bijlage 150 jaar Karl Friedrich Hein