Skip Navigation Links

Rozenhof, Maliesingel 28: Statig woonhuis als cultureel zenuwcentrum

Augustus 2017

De Rozenhof aan de Maliesingel 28 is niet alleen het kantoor van de K.F. Hein Stichting, maar ook een verzamelplaats van Utrechtse kunst en sinds kort een onderkomen voor maatschappelijke organisaties. Bovendien heeft het 19e-eeuwse pand aan de statige singel een rijke historie als woonhuis van fabrikanten en professoren.

De Rozenhof werd in 1862 gebouwd in een sobere neoclassicistische stijl. De naam, uitgesneden in het houtwerk boven de voordeur, verwees naar de tuin waarin het pand verrees. Oorspronkelijk hoorde deze tuin bij het naastgelegen Maliehuis, een herberg en sociëteit op de hoek van Maliesingel en Maliebaan uit 1636. Ook in het huis Rustenburch aan de andere kant van de — latere — Rozenhof was in de 18e eeuw een herberg gevestigd. Tussen beide etablissementen woedde een hevige concurrentiestrijd, waarbij zelfs wulpse dames als troef werden ingezet.

Bloemisten en baronnen

In 1845 werd het geheel verkocht aan Christiaan de Winter, een bloemist die aan de Springweg woonde. Als tuinder rond de Maliebaan bezat hij grote stukken grond, die hij als een soort projectontwikkelaar te gelde maakte toen wonen hier populair werd onder welgestelden. Hij was het die de Rozenhof liet bouwen tussen het Maliehuis en Rustenburch in. De Winter was in 1862 zelf de eerste bewoner, samen met zijn echtgenote en schoonmoeder, maar al na een paar maanden verhuisden ze naar het Maliehuis.

De Rozenhof kreeg vervolgens wisselende bewoners. Bijvoorbeeld Jacob Duyvis, telg uit de bekende Zaanse fabrikantenfamilie, en zijn vrouw, een dochter Verkade. Als oud-burgemeester van Koog a/d Zaan en Tweede Kamerlid was Duyvis in Utrecht eigenaar van een stijfselfabriek en bestuurslid van het Museum van Kunstnijverheid. Tussen 1887 en 1930 was de jurist en hoogleraar economie Johan baron d'Aulnis de Bourouill de langst zittende bewoner. Nadat de Rozenhof nog door twee rijke weduwes was bewoond kreeg het huis in de jaren zestig een zakelijke bestemming. Vanaf 1970 was het een verzekeringskantoor van Delta Lloyd.

In 1992 betrok de K.F. Hein Stichting — tot dan ondergebracht bij de Crediet- en Effectenbank — de benedenverdieping en verhuurde de eerste etage aan een advocatenkantoor. Toen deze verdieping in 2000 vrijkwam besloot het bestuur deze te verbouwen tot een grote vergaderzaal met bibliotheek. De Rozenhof werd zowel binnen als buiten rijkelijk voorzien van hedendaagse kunst van vooral Utrechtse kunstenaars.

Open monument

De laatste tijd stelt het K.F. Hein Fonds het voorheen besloten pand meer open, bijvoorbeeld op Open Tuinendag en Open Monumentendag. Maar ook door een kunstenaarsatelier te realiseren in de fraaie grote tuin, en de bovenverdiepingen te verhuren aan maatschappelijke organisaties. Op de zolderverdieping is bijvoorbeeld Stichting Move gevestigd, die kinderen uit minderbedeelde wijken koppelt aan studenten. Samen organiseren ze spelmiddagen of activiteiten voor ouderen, of maken muurschilderingen of speeltoestellen.

Move is in 2009 voortgekomen uit roeivereniging Orca die in Hoograven actief werd met buurtkinderen, en heeft inmiddels acht vestigingen in grote studentensteden. Projectcoördinator Madelein van der Ploeg is blij met het onderkomen aan de Maliesingel, dat als landelijk zenuwcentrum dient. 'Eerst zaten we op de Uithof, maar hier zitten we veel centraler en toch dicht op het studentenleven.' De nieuwe gebruikers zorgen voor een levendige vibe in en om het statige pand — er wordt alleen nog een oplossing gezocht voor de vele fietsen!

Rustenburch, Rozenhof en Maliehuis in 1900
Rustenburch, Rozenhof (midden) en Maliehuis in 1900. Foto: Het Utrechts Archief
Ingang Rozenhof met portret K.F. Hein
Ingang Rozenhof met portret K.F. Hein. Foto: Arjan den Boer
tuin van het K.F. Hein Fonds met beelden en atelier
Tuin met beelden en atelier (links). Foto: Arjan den Boer
Madelein van der Ploeg en collega's aan het werk in de ruimte van Stichting Move
Madelein van der Ploeg van Stichting Move. Foto: Arjan den Boer

Dit artikel werd geschreven door Arjan den Boer en verscheen in augustus 2017 in DUIC in de bijlage De panden van het K.F. Hein Fonds Monumenten.