Veilig voeren met rauw vlees?
Oktober 2019
Steeds meer mensen geven hun hond of kat rauwe vleesvoeding in plaats van brokken. Ze zijn ervan overtuigd dat dit het meest natuurlijke voedsel is. Toch is het niet zonder risico, voor dier én baasje. Dr. Ronald Jan Corbee inventariseert die risico’s met steun van het K.F. Hein Fonds, via het Utrechts Universiteitsfonds. “In rauw vlees kunnen vervelende bacteriën, parasieten en hormonen zitten. Carnivoren zijn er tot op zekere hoogte op toegerust om die te verwerken. Maar als mensen geen hygiënemaatregelen treffen, kunnen ze er flink ziek van worden. Ons doel is diereneigenaren die rauw vlees willen voeren, een goed advies te geven over waar ze dan allemaal rekening mee moeten houden. Bijvoorbeeld hoe ze het voer moeten bewaren en ontdooien en hoe ze de voerbakken schoonmaken.” Afgelopen zomer kocht Corbee met zijn team bij supermarkten in alle uithoeken van Nederland rauwe vleesvoeding uit de vriezer.
"Bacteriën komen op de tong, vacht en in de poep"
In Utrecht maakten ze van deze merken uitgebreide kweken. “We vonden overal vervelende bacteriën in. Er waren wel grote verschillen in de hoeveelheden. Ook vonden we salmonella. En zelfs in sommige verpakkingen schildklierhormoon. De fabrikant heeft de schildklieren dan niet verwijderd. Dat is heel ongezond voor onze huisdieren.” Dierenartsen raden rauwe vleesvoeding vaak af, Corbee wil zo ver niet gaan. “Er zijn dieren die het er heel goed op doen. Maar diereneigenaren moeten er wel voorzichtig mee omgaan. Bijvoorbeeld de ontlasting altijd opruimen, want de slechte bacteriën zitten daar gewoon in. En je bewust zijn dat het ook op hun tong zit als ze in je gezicht likken. En op hun vacht omdat ze zich met diezelfde tong wassen.” Corbee is blij met de financiering vanuit het K.F. Hein Fonds. “Met meerdere financiers is mijn onderzoek onafhankelijker dan wanneer de industrie sponsort.”
Het K.F. Hein Fonds steunt universitaire projecten via het Utrechts Universiteitsfonds. Dit artikel verscheen in Illuster #85 in oktober 2019 en is geschreven door Sanne van de Grift.